We informeerde onze Vrienden al eerder over de ontwikkelingen m.b.t. het besluit van PZH tot het stopzetten van subsidie voor Hoeve Biesland, m.b.t. Boer voor Natuur. Onderstaand de reactie die namens de Vrienden van Biesland die naar de Gedeputeerde Staten van Zuid Holland is gestuurd.
Betreft: Vragen n.a.v. reactie PZH (PZH-2023-838967759) op zienswijze Vrienden van Biesland m.b.t. besluit PZH tot stopzetten subsidie voor Hoeve Biesland (DOS-2018-0001866)
Geachte Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
Dank voor uw reactie op de zienswijze van de Stichting Vrienden van Biesland m.b.t. het besluit van de Provincie Zuid-Holland om de subsidie aan Hoeve Biesland, verstrekt in het kader van het project Boeren voor Natuur, af te bouwen en per 2025 te beëindigen.
In uw reactie geeft u als antwoord op onze (eerste) vraag om een gedegen evaluatie uit te laten voeren van de resultaten die tot nu toe zijn geboekt door Hoeve Biesland op het gebied van natuur- en landschapsbeheer in de Polder van Biesland en het grotere gebied Buytenhout dat dit onderzoek reeds is uitgevoerd. Wij zijn op de hoogte van het onderzoek van Wageningen University & Research uit 2022. Dat onderzoek had als focus de vraag of er nog noodzaak is om het bedrijf financieel te blijven ondersteunen. Uw antwoord vinden wij onvoldoende recht doen aan twee veel belangrijker aspecten. Het eerste betreft het leerproces met betrekking tot natuurinclusieve landbouw en veeteelt in Randstedelijk gebied op hoeve Biesland zelf en de mate waarin doorgaan met samen leren met kennispartijen en de omgeving belangrijk is voor de verdere duurzame ontwikkeling van dit bedrijf. Daarbij gaat het om vragen als hoe het natuur- en landschapsbeheer in de Polder van Biesland zich tot nu toe heeft ontwikkeld, in welke mate dat heeft geleid tot een bedrijfsvoering die vanuit landschap, ecologie en dierenwelzijn optimaal is en bovendien economisch volhoudbaar, en welke bijstellingen er nodig zijn om maatschappelijke doelen beter te realiseren of in te spelen op externe ontwikkelingen. De gezamenlijk daarover ontwikkelde kennis kan, geloven wij, bovendien sterk bijdragen aan de visievorming van de provincie Zuid-Holland over toekomstperspectieven voor duurzame vormen van landbouw. Op het moment ontbreekt het vaak aan die visievorming. Het tweede aspect betreft derhalve de mogelijkheden die deze casus biedt voor leren door andere gebieden. Er is al zoveel energie, geld en aandacht aan de casus besteed dat het ons een groot verlies lijkt de weg naar leerpotentie voor andere gebieden nu te blokkeren.
Het project Boeren voor Natuur gaf tot nu toe aanleiding tot grote maatschappelijke betrokkenheid en zelfs sturing aan wat er gebeurde in de Polder van Biesland. Onze tweede vraag gaat over de continuering daarvan, maar u geeft daarop geen antwoord. De mogelijkheid van het oogsten van inzichten vanuit deze betrokkenheid en maatschappelijke governance staat daarmee op de tocht. U geeft aan dat met de ondernemer in het kader van het programma natuurinclusieve landbouw afspraken zijn gemaakt om de geleerde lessen bij de pilot Boeren voor Natuur te borgen en in te zetten in andere gebieden en dat er met de ondernemer nieuwe samenwerkingsafspraken zijn gemaakt om tot doorontwikkeling van het concept te komen. Maar dat zijn een-op-een afspraken tussen een bedrijf en een overheid! Voor een boerenbedrijf middenin een natuur- en recreatiegebied in de directe nabijheid van stedelijk gebied is het cruciaal dat de activiteiten kunnen rekenen op draagvlak van de omgeving vanuit een groot aantal perspectieven. Dat vereist een georganiseerde vorm van participatie, waarvan het de vraag is of die geheel aan de ondernemer kan worden overgelaten. Wetende dat het denken van de ondernemer intussen verder gaat, is het heel belangrijk om snel een dergelijke participatie te organiseren om te voorkomen dat de omgeving, al dan niet middels een nog vanuit de genoemde samenwerking tussen ondernemer en overheid op te richten klankbordgroep of andere participatievorm, op enig moment wordt geconfronteerd met een plan dat al zover dichtgetimmerd is, of zelfs ten uitvoer gebracht met bijbehorende investeringen, dat er geen inspraak meer mogelijk is.
Zoals we in onze brief aangaven zou een alternatief voor het kader van maatschappelijke sturing, dat tot nu toe werd geboden door het project Boeren voor Natuur en de aan de subsidieverstrekking verbonden voorwaarden, in twee stappen kunnen worden vormgegeven. De eerste stap kan een eenmalig participatietraject zijn waarin Hoeve Biesland in samenwerking met burgers, bedrijven en organisaties uit haar omgeving enerzijds nieuwe kaders en doelen vaststelt en anderzijds gewenste agrarische en andere bedrijfsmatige ontwikkelingen identificeert waarmee het bedrijf de komende decennia op een economisch rendabele manier positief kan blijven bijdragen aan de ecologische, landschappelijke en recreatieve waarden van Buytenhout. De tweede stap is dan het inrichten van een kleinere permanente klankbordorganisatie die voor langere tijd kan fungeren als sparringpartner voor Hoeve Biesland en als “bewaker” van de afgesproken doelen en werkwijzen. Voor het genereren van een objectieve feitenbasis voor de dialoog tussen Hoeve Biesland en haar omgeving is daarbij een vorm van monitoring van ecologische, agrarische en andere aspecten belangrijk.
Als een dergelijke vorm van interactie tussen Hoeve Biesland en haar omgeving onderdeel uitmaakt van de afspraken die u met de ondernemer gemaakt heeft, dan vernemen wij graag expliciet op welke manier u voor zich ziet dat dat georganiseerd gaat worden en in hoeverre dit door de provincie gefaciliteerd wordt. Als deze participatie geen onderdeel uitmaakt van de afspraken dan verzoeken we u dit voor het succes van duurzame landbouw in Randstedelijk gebied zeer relevante aspect nader te overwegen. Wij gaan daarover graag met u in gesprek.
Hoogachtend,
Gé Kleijweg
Voorzitter
Stichting Vrienden van Biesland